Dennis van Loenhout op zijn praatstoel
Dennis van Loenhout, commissielid Ruimte voor Gemeentebelang, komt uit Dongen. Hij ging planologie studeren aan de agrarische hogeschool Larenstein, vond een levenspartner en een huis in Velp en kreeg een baan bij een groot ingenieursbureau ‘voor buiten’.
Dennis werkte bij Royal Haskoning aan projecten om bodemverontreinigingen op te sporen. Hij was projectleider van Bodem in beeld. Met behulp van archiefonderzoek, met oude kaarten en door inventarisatie van verstrekte vergunningen werd mogelijke bodemvervuiling in kaart gebracht.
“Ja, dat was ook mijn eerste contact met Gilze en Rijen. Men dacht dat men hier alles onder controle had en werkte niet echt mee. Vorig jaar werd duidelijk dat men bijvoorbeeld de ligging van de vloeivelden in de wijk van de Mrg. Schaepmanstraat toch niet echt in beeld had.”
“Toen mijn vrouw een baan hier bij de gemeente kreeg, zijn we verhuisd. Eerst een jaartje in de Reeshof en daarna naar Rijen. Ik ben toen de bestuursacademie gaan doen om ook over die kant van de Ruimtelijke ordening het een en ander te leren. Ik ging werken bij Bureau Maandag, een detacheringsbureau, en zo heb ik heel wat gemeenten leren kennen: onder andere Lith, Vianen, Arnhem, Waalre en Zundert.”
“Al op de hogeschool kwam ik in aanraking met de politiek. Larenstein was een school met toch wel een bepaalde sfeer van de wereld willen verbeteren. Veel aandacht voor milieuzaken, een beetje een geitenwollensokkenclub. Ik voelde me daar wel thuis, ja. Ik werd bestuurslid bij Studentenhuisvesting en lid van de Medezeggenschapsraad van de opleiding. Allemaal politiek. Tijdens een verkiezingscampagne sloot ik me aan bij de PvdA in de gemeente Rheden, waar Velp onder valt. Ik werd bestuurslid. In Tilburg was ik actief in de Werkgroep Ruimte. Leuke tijd. Eigenlijk was het heel vanzelfsprekend dat ik ook in Rijen aan de slag ging. Ik kwam op de derde plaats op de lijst en omdat de PvdA twee wethouders leverde, was ik ineens fractieleider. Dat heb ik vier jaar gedaan, en daarna was ik nog een periode voorzitter van de lokale afdeling.”
“Maar het ging niet echt goed. Mijn ideaalbeeld van een politieke partij is dat er geluisterd wordt naar wat er leeft, dat men samenwerkt om iets voor mensen te bereiken. Binnen mijn eigen partij lukte dat niet, maar ik merkte dat ik heel goed kon samenwerken met mensen van Gemeentebelang. Dat bleek onder andere door een gezamenlijk project rond de vernieuwing van de Mgr. Nolensstraat en de De Wittstraat.”
“Overstappen van de ene partij naar de andere geeft altijd gedoe. Je doet er altijd mensen mee te kort. Maar ik ben blij dat ik het gedaan heb. Gemeentebelang is als een warm bad. Hier wordt gewerkt zoals het in elke partij zou moeten. Er is een goede sfeer. Mensen luisteren naar elkaar. Argumenten en gevoelens worden gewaardeerd. Mijn idealen zijn gebleven.”
“Er komen grote veranderingen op ons af. Denk aan de decentralisaties van de zorgtaken en aan de ambtelijke fusie met de zuidelijke gemeenten. We moeten ervoor zorgen dat daarbij de inbreng van de inwoners meetelt. Dat betekent dat we positief kritisch naar alle ontwikkelingen moeten blijven kijken. En dat doen we met Gemeentebelang, want waar je woont, moet het goed zijn.”